Vreselijk toch? Iedere dag sterven er honderden mensen van honger, en duizenden aan onrecht. Als we de krant openslaan komt de walm van ellende weer over ons heen: Oorlog, ziekte, verdriet en pijn. Diep triest! Hoe kan jij in je klas verdedigen dat de Heere regeert? En wat zeg je als een collega op je stageadres vraagt of je écht gelooft in een goede God? Dat botst toch met alle ellende die er is?
Het is belangrijk om eerlijk te zeggen dat er geen passend antwoord op dit ‘probleem’ te geven is. Maar we krijgen beter zicht op Gods almacht als we kijken naar Christus. In Hem toont God Zijn almacht. En wat zien we in Christus? Op 33-jarige leeftijd verraden en onschuldig veroordeeld. Onrecht! Geslagen en gemarteld. Een zweep op Zijn rug en een doornenkroon op Zijn hoofd. De hele verlossing lijkt één grote mislukking. Opgehangen aan het kruis en de laatste adem uitgeblazen. Punt. “Waar is toch Uw almacht thans, waar Uw goddelijke glans?’’
Maar na drie dagen gebeurt er iets bizars. Alles wordt omgedraaid. De vijand lijkt te winnen, maar verliest. De duivel lijkt de machtigste, maar gaat ten onder. De verlossing lijkt ten einde, maar krijgt een begin. De dood lijkt het laatste woord te hebben, maar het Leven legt haar het zwijgen op. Christus staat op. Zijn kracht schittert in de meest uitzichtloze situatie.
Misschien dat die klasgenoot die een vraag stelde wel enorm worstelt met Gods almacht. Of jijzelf misschien wel? Net als Job zit je op de puinhoop van je leven. Verdriet en pijn overheersen. Je snapt niet waarom dit allemaal gebeurt. De vragen stapelen zich op en lijken niet beantwoord te worden. Weet dan dat er Eén gekomen is op de plek waar jij nu zit. Er is er Eén die het heeft uitgeroepen: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’’ Er is er Eén die op de derde dag opstond uit de dood. Daarom is er hoop. Hoop op de almachtige God. Die werkt op plekken van verdriet en uitzichtloosheid. Ook al zullen er heel veel vragen onbeantwoord blijven, God wil jou troost bieden in Zijn Woord:
Als mij geen hulp of uitkomst bleek,
Wanneer mijn geest in mij bezweek,
En overstelpt was door ellend’,
Hebt Gij, O HEER’, mijn pad gekend.
Psalm 142:2, berijmd