Als ouder van twee zoons en een dochter heb ik, Tanneke Diepenbroek (1969), ervaren hoe belang-rijk kinder- en jongerenwerk in de kerk is. Voor ik trouwde met André en in Dordrecht ging wonen, werkte ik twaalf jaar als directiesecretaresse en hoofd secretariaat op een middelbare school. Na ons huwelijk kwam ik in verschillende soortgelijke functies terecht, maar dan binnen de geestelijke ge-zondheidszorg in Dordrecht, Rotterdam en Poortugaal.
In de basisschooltijd van onze kinderen - sinds 2010 ben ik gestopt met betaald werk buitenshuis - heb ik me als vrijwilliger regelmatig ingezet op de basisschool. Toen onze dochter - als jongste kind – naar de middelbare school ging, ben ik in verschillende vrijwilligersfuncties in het voortgezet on-derwijs werkzaam geweest. Verder probeer ik in onze kerkelijke gemeente mijn steentje bij te dra-gen en ben ik als vrijwilliger betrokken bij de Dijksynagoge in Sliedrecht. Sinds een aantal jaren verzorg ik zo nu en dan workshops Joods koken, meestal onder de noemer ‘Geen feest zonder maal-tijd’.
Samen met jeugdwerkadviseur Niek Bakker ga ik voor het HJW regelmatig op stap naar gemeenten voor een plaatselijk jeugdwerkoverleg of voor gesprekken met jongeren, ouders en leidinggevenden. We spreken dan over hun ervaringen met het kinder- en jeugdwerk binnen de gemeente. Op basis van die bevindingen adviseren we vervolgens de betreffende gemeente over het jeugdwerk en stel-len een plan van aanpak voor.
"In de gesprekken over kinder- en jongerenwerk ervaren we grote betrokkenheid van leidinggevenden, kerkenraadsleden en ouders."
In de gesprekken over kinder- en jongerenwerk ervaren we grote betrokkenheid van leidinggeven-den, kerkenraadsleden en ouders. Dit is voor ons inspirerend en bemoedigend, maar ook vooral hartverwarmend. Velen zetten zich met liefde en enthousiasme vrijwillig in voor onze kinderen en jongeren. Ik vind het heel bijzonder dat ik hiervan door mijn werk deel mag uitmaken. Als ik later de aantekeningen verwerk, zie ik soms de kring weer voor me en hoop en bid ik dat ook het HJW-werk mag bijdragen aan de opbouw en uitbreiding van Gods gemeente.